Iemands persoonsgegevens delen met de bedoeling om te intimideren – doxing dus - is sinds 1 januari strafbaar. Mensen die slachtoffer zijn van doxing kunnen daar bij de politie aangifte van doen. Daders riskeren een boete en in ernstige zaken mogelijk zelfs een celstraf.
Van doxing is sprake wanneer een kwaadwillende persoonlijke gegevens, beelden of privéinformatie bijvoorbeeld over gezinsleden online of in appgroepen deelt met als doel om door dit verder te verspreiden, iemand angst aan te jagen. Dat heeft een grote impact op de mensen die dit treft. Het tast het veiligheidsgevoel aan van slachtoffers.
Tot vorig jaar moest er naast doxing ook sprake zijn van stalking, bedreiging of opruiing voordat je aangifte kan doen. Daar hebben de afgelopen jaren meerdere politici, journalisten maar ook agenten en bekende Nederlanders last van gehad. Hun persoonlijke gegevens werden gedeeld via bijvoorbeeld social media. Maar iedereen kan gedoxt worden. Er worden bijvoorbeeld naaktfoto’s met contactgegevens in een Telegramgroep geplaatst of fake accounts gemaakt met alle privé gegevens van iemand.
De nieuwe wet heeft daar verandering in gebracht. Vanaf 1 januari 2024 zijn er meer mogelijkheden om doxing te bestrijden. Zo kunnen:
- slachtoffers aangifte doen van doxing;
- daders makkelijker vervolgd en bestraft worden;
- politie en het Openbaar Ministerie na een aangifte direct een opsporingsonderzoek starten;
- slachtoffers gerichter hulp krijgen bij het verwijderen van gegevens, bijvoorbeeld via HelpWanted of door een bevel van de officier van justitie;
- platforms makkelijker beoordelen of persoonsgegevens verwijderd moeten worden.
Bekijk hier de video over nieuwe wetgeving tegen doxing.