Het beeld dat er sprake is van een steeds jongere leeftijd van verdachten en daders, wordt niet teruggevonden als een algemene ontwikkeling in de (landelijke) cijfers. Dit zijn bevindingen uit de twee onderzoeken die het WODC heeft uitgebracht. Allebei onderdeel van het onderzoeksprogramma Monitor Jeugdcriminaliteit.

WODC

Ook zijn er geen aanwijzingen dat er op de langere termijn sprake is van verharding, althans niet in de zin dat jongeren vaker verdachte zijn van of veroordeeld voor ernstige geweldsdelicten. Dit sluit echter niet uit dat er geen verjonging kan zijn bij bepaalde soorten misdrijven of in specifieke regio’s. Het percentage jongeren dat zelf zegt een delict gepleegd te hebben, is ongeveer tien keer zo hoog als het percentage door politie geregistreerde jeugdige verdachten. Hoewel het dan vooral gaat om lichte vergrijpen die meestal niet tot vervolging zullen leiden, geeft het zicht op een deel van de delicten dat niet of beperkt in beeld is bij politie of justitie. Dit zijn bevindingen uit twee recente onderzoeken van het WODC. Allebei onderdeel van het onderzoeksprogramma Monitor Jeugdcriminaliteit. 

In de Monitor Jeugdcriminaliteit worden de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit beschreven. Hoe heeft de jeugdcriminaliteit in Nederland zich in de jaren 2000 tot en met 2023 ontwikkeld? Wat is het landelijke algemene beeld, welke verschillen zijn er als we kijken naar diverse (bevolkings)groepen, typen delicten of afdoeningen? Is er sprake van verjonging van de dadergroep, wordt de gepleegde jeugdcriminaliteit ernstiger? Concentreert de jeugdcriminaliteit zich in specifieke regio’s, wijken of buurten? In hoeverre zijn Nederlandse jongeren betrokken bij criminaliteit in de digitale wereld? Wat zijn de ontwikkelingen op de langere termijn en hoe verhouden de ontwikkelingen in de laatste vijf jaren zich daartoe? Op deze en andere vragen wordt in deze synthesestudie van de Monitor Jeugdcriminaliteit  een antwoord gezocht. Het gaat hierbij om jeugdigen in de leeftijd van 12 tot 23 jaar.